Enkelvoudige vragen
Probleem
Burgers vinden combinatievragen moeilijk te beantwoorden.
Oplossing
Gebruik zinnen die één ding tegelijkertijd vragen.
- 1. Vervang samenstelde vragen door twee of meer enkelvoudige vragen
- 2. Koppel de vragen aan elkaar door verwijzingen of route-instructies
- 3. Maak puntsgewijze opsommingen wanneer het gaat om voorwaarden die nevengeschikt met elkaar zijn verbonden
- 4. Is het toch nodig om een combinatievraag te stellen, geef dan goed aan of de verschillende delen van de combinatie door ‘of’ dan wel door ‘en’ verbonden zijn.
Wanneer
Dit is in principe op elk formulier van toepassing. Wanneer de burger voor een bepaalde regeling, recht of plicht aan een combinatie van voorwaarden moet voldoen, bestaat een extra groot risico op ingewikkelde combinatiezinnen op het formulier.
Achtergrond
Het stellen van meerdere vragen in één vraag maakt het bedenken van een antwoord moeizamer en ingewikkelder voor de invuller (Jenkins & Dillman, 1995, p.18). Trabasso, Rollins en Shaughnessy (1971) onderzochten de begrijpelijkheid van zinnen die verbonden zijn met of, want, en, omdat, terwijl, zolang en mits (in Wright & Barnard, 1975, p. 215). Hieruit bleek dat combinatievragen moeilijker te begrijpen zijn dan enkelvoudige vragen. Volgens Jansen e.a. (1989) dragen de volgende factoren bij aan de moeilijkheidsgraad van combinatievragen: het aantal voorwaarden dat in één vraag gecombineerd is, de aanwezigheid van ontkenningen en dubbelzinnigheid van de combinaties (p. 129). Jansen e.a. (1989) wijzen erop dat ook uitdrukkingen met verschillende opties in één vraag beter vermeden kunnen worden. Als voorbeelden noemen zij vragen met daarin ‘echtgen(o)t(e)’ of ‘loon/salaris/pensioen/uitkering’. Om vragen niet nodeloos ingewikkeld te maken, kan beter een neutraal, overkoepelend begrip worden gekozen. Het gekozen begrip mag echter geen verwarring veroorzaken met andere termen op het formulier (p. 129-130). Meer voorbeelden: Raadpleeg de Schrijfwijzer van J. Renkema (2005) voor antwoorden op vragen over tekstkwaliteit, leesgemak, taalkwesties, spelling, leestekens en opmaak.