Positieve vragen
Probleem
Burgers hebben moeite met het beantwoorden van ontkennende vragen.
Oplossing
Stel positieve vragen.
- 1. Zet vragen in een positieve vorm
- 2. Maak alleen positieve vergelijkingen
- 3. Schrijf ook instructies zo veel mogelijk in positieve formuleringen
Wanneer
Dit is op elk formulier van toepassing.
Achtergrond
Vaak zijn negatief geformuleerde vragen voor meer uitleg vatbaar. Dit maakt ontkennende vragen moeilijk te begrijpen (Jarrett & Gaffney, 2008, p. 53; Jansen, 1987, p. 6). Volgens Jansen e.a. (1989) worden deze vragen vaak fout beantwoord, zeker als het om ja/nee-vragen gaat (p. 132). Zij wijzen erop dat niet alleen zinnen met woorden als ‘niet’ en ‘geen’ ontkennend zijn. Er bestaan verschillende andere woorden met een ontkennende betekenis. Voorbeelden hiervan zijn ‘vermijden’ en ‘nalaten’ (= ‘niet doen’), tenzij (= ‘als niet’) en ‘behalve als’ (= ‘niet als’). Ook wanneer vergelijkingen worden getrokken kan dit het beste in positieve vorm worden geformuleerd. Woorden als ‘meer’ en ‘groter’ worden als natuurlijker ervaren als ‘minder’ en ‘kleiner’, waardoor ze ook minder foute antwoorden opleveren (Jansen e.a., 1989, p. 132). Verder is het bij meerkeuzevragen effectiever om invullers te vragen aan te geven wat wél van toepassing is dan wat níet van toepassing is (Barnard, Wright & Wilcox, 1979; Jarrett & Gaffney, 2008, p. 53). Volgens Wright (1981) zijn ook instructies makkelijker te begrijpen als ze positief worden geformuleerd. Daarnaast blijkt uit onderzoek naar positief en negatief geformuleerde instructies dat positieve instructies beter worden onthouden (Wright, 1981, p. 136). Meer voorbeelden: Raadpleeg de Schrijfwijzer van J. Renkema (2005) voor antwoorden op vragen over tekstkwaliteit, leesgemak, taalkwesties, spelling, leestekens en opmaak.